Repressie van structuurgenen. Bij genregulatie zijn allerlei processen betrokken.

Repressie van structuurgenen. 7 goede vragen, komende uit studiemateriaal, worden hier goed beantwoord. 26 - 30 p. Na voorbereidingen van genexpressie zoals de chromatine structuur of H- bruggen in DNA verbreken. coli regulatorgen RNA lactose bindt repressor eiwit 2 structuurgen eiwit 3 start orrmng DNA inductor lactose bindt repressor repressor kan operator niet meer blokkeren RNA polymerase leest structuurgenen z, y, a transcriptie van mRNA eiwitsynthese van enzymen (B De repressie valt dan weg en RNA- polymerase kan de transcriptie van de structuurgenen starten. Begint bij de TATA-box van de promoter hier bindt transcriptiefactor aan TATAbox samenvatting van thema 2: moleculaire mechanismen van genexpressie uit biogenie 6. Bij genregulatie zijn allerlei processen betrokken. Welk eiwit er wordt gesynthetiseerd hangt af van de functie van de cel en de omgevingsfactoren. Doordat de inductor vaak het substraat is van de enzymen die onder invloed van de structuurgenen worden Als RNA-polymerase naar de structuurgenen toe wilt gaan moet hij eerst langs de operator. Identificatie van DNA als drager van de genetische informatie 2. coli generaties embryonale stamcellen kunnen zich differentieren tot elk ander celtype. Sommige genen staan altijd uit. 35 3 A Van gen tot kenmerk 4 Een codon (triplet) komt Slide 1 - Tekstslide Deze slide heeft geen instructies doel van genregulatie * variatie in intensiteit van genexpressie (tot uiting komen) enzymen nodig voor basisfunctie cel altijd Slide 17 - Tekstslide Deze slide heeft geen instructies OPERON: - stuk DNA waarin regulatorgen, promotor en structuurgenen liggen - alle genen die vorming van eiwit reguleren - alleen bij lactose wel aanwezig: lactose bindt aan de repressor daardoor kan repressor niet binden aan het DNA binden zo geen repressie (onderdrukking) van de structuurgenen dus komt het gen tot Genregulatie Genexpressie Structuurgenen Regulatorgenen Stamcellen: omnipotent, pluripotent, multipotent Apoptose Genregulatie volwassen eukaryoot: activator, repressor, histonbinding, Deze slide heeft geen instructies OPERON: - stuk DNA waarin regulatorgen, promotor en structuurgenen liggen - alle genen die vorming van eiwit reguleren - alleen bij prokaryoten De repressie valt dan weg en RNA- polymerase kan de transcriptie van de structuurgenen starten. Operator: plaats tussen de Operon Bij prokaryoten liggen, functioneel bij elkaar horende structuurgenen, vlak bij elkaar, onder controle van 1 gemeenschappelijke promotor. Proeven met . Latere generaties kunnen zich tot een beperkt aantal Structuurgenen RNA dat niet codeert voor een aminozuur, maar het einde aangeeft van de eiwitsynthese. Log in om Slide 10 - Tekstslide Termen Genregulatie: het aan- of uitzetten van een gen Genexpressie: wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA ontstaan en door translatie een eiwit Slide 13 - Tekstslide Termen Genregulatie: het aan- of uitzetten van een gen Genexpressie: wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA ontstaan en door translatie een eiwit T2 Moleculaire mechanismen van genexpressie 1. Het aan- en uitzetten van genen heet genregulatie. (RNAI) Genregulatie kan look Promotor: de plaats waar RNA-polymerase kan starten met de transcriptie, die langs de structuurgenen moet plaatsvinden. De wetenschap van de epigenetica houdt zich bezig met het bestuderen van omkeerbare veranderingen in de activiteit van genen, die niet het gevolg zijn van veranderingen in de Operator: op weg naar de structuurgenen moet polymerase langs de operator bewegen. Centrale hypothese van de moleculaire Genregulatie Genexpressie Structuurgenen Regulatorgenen Stamcellen: omnipotent, pluripotent, multipotent Apoptose Genregulatie volwassen eukaryoot: activator, repressor, histonbinding, Slide 5 - Tekstslide OPHEFFING REPRESSIE: - inductor lactose bindt repressor - repressor kan operator niet meer blokkeren - RNA polymerase leest structuurgenen z, y, a - transcriptie van De repressie valt dan weg en RNA- polymerase kan de transcriptie van de structuurgenen starten. inductor lactose bindt repressor repressor kan operator niet meer blokkeren RNA polymerase leest structuurgenen z, y, a transcriptie van mRNA eiwitsynthese van enzymen (B Methylering van DNA lijkt een belangrijke rol te spelen bij de ontwikkeling van bepaalde ziekten zoals kanker, doordat het de expressie van bepaalde genen afremt. Structuurgenen zijn de genen in het DNA die coderen voor de eiwitten die structuur, vorm geven aan het organisme. Structuurgenen zijn vaak “genen in stukjes” waar eerst evolutionair junk Slide 5 - Slide OPHEFFING REPRESSIE: - inductor lactose bindt repressor - repressor kan operator niet meer blokkeren - RNA polymerase leest structuurgenen z, y, a - transcriptie van lactose wel aanwezig: lactose bindt aan de repressor daardoor kan repressor niet binden aan het DNA binden zo geen repressie (onderdrukking) van de structuurgenen dus komt het gen tot De repressor kan zich 00k hechten start orrni RNA repressor 1 repressie van structuurgenen bij E. coli regulatorgen RNA lactose bindt repressor eiwit 2 structuurgen eiwit 3 start orrmng DNA Transcript and Presenter's Notes Title: PowerPoint-presentatie 1 Genregulatie en Epigenetica 2 11 Genen handboek p. Slide 17 - Slide This item has no instructions OPERON: - stuk DNA waarin regulatorgen, promotor en structuurgenen liggen - alle genen die vorming van eiwit reguleren - alleen bij prokaryoten Regulatie van de genwerking - Genregulatie door inductie en repressie - Inductie. Je hebt geen toegang tot deze les Wat vervelend dat het niet lukt! Je kunt dit proberen om het op te lossen: Het kan zijn dat je niet bent ingelogd met het juiste LessonUp-account. Door de aanwezigheid van lactose komen structuurgenen tot expressie. We noemen allolactose de inductor, omdat die de transcriptie induceert. We noemen allolactose de inductor, omdat die de De repressor kan zich 00k hechten start orrni RNA repressor 1 repressie van structuurgenen bij E. 2 (6 wetenschappen wiskunde 6 uur) lisa van oppens thema moleculaire De eerste 1 repressie van structuurgenen bij E. Die coderen voor transcriptiefactoren die de expressie van de structuurgenen Genregulatie Genexpressie Structuurgenen Regulatorgenen Stamcellen: omnipotent, pluripotent, multipotent Apoptose Genregulatie volwassen eukaryoot: activator, repressor, histonbinding, Genexpressie: het tot uiting komen van een gen Genen: Structuurgenen coderend: genen waarlangs transcrip1e plaatsvindt à eiwit Regulatorgenen lactose wel aanwezig: lactose bindt aan de repressor daardoor kan repressor niet binden aan het DNA binden zo geen repressie (onderdrukking) van de structuurgenen dus komt het gen tot Slide 10 - Tekstslide Termen Genregulatie: het aan- of uitzetten van een gen Genexpressie: wanneer een gen aan staat, kan door transcriptie RNA ontstaan en door translatie een eiwit Genregulatie Genexpressie Structuurgenen Regulatorgenen Stamcellen: omnipotent, pluripotent, multipotent Apoptose Genregulatie volwassen eukaryoot: activator, repressor, histonbinding, => repressie valt weg en RNA-polymerase kan de transcriptie van de structuurgenen starten => allolactose is een inductor, de molecule induceert transcriptie => structuurgenen zijn Opbouw van een expressie-eenheid Gen: onderdeel van een combinatie van verschillende DNA-fragmenten die samen een expressie-eenheid vormen Transcriptie-eenheid (structuurgenen) Genregulatie Genexpressie Structuurgenen Regulatorgenen Stamcellen: omnipotent, pluripotent, multipotent Apoptose Genregulatie volwassen eukaryoot: activator, repressor, histonbinding, Slide 14 - Slide This item has no instructions OPHEFFING REPRESSIE: - inductor lactose bindt repressor - repressor kan operator niet meer blokkeren - RNA polymerase leest Deze slide heeft geen instructies OPERON: - stuk DNA waarin regulatorgen, promotor en structuurgenen liggen - alle genen die vorming van eiwit reguleren - alleen bij prokaryoten inductor lactose bindt repressor repressor kan operator niet meer blokkeren RNA polymerase leest structuurgenen z, y, a transcriptie van mRNA eiwitsynthese van enzymen (B Een gen wordt niet altijd vertaald naar RNA en eiwitten. Een repressor kan zich binden aan een operator (verhinderd de transcriptie van Als er geen repressor gebonden is aan de operator, dan is de weg vrij voor de RNA-polymerase en kan transcriptie van achterliggende structuurgenen plaatsvinden. Deze operator kan echter al een binding aangegaan zijn met een zogenaamde Op het moment dat het eiwit niet nodig is, staan de structuurgenen voor dit eiwit ‘uit’. Genexpressie en fenotype 3. Dat komt door een repressor die vlak voor de promotor gaat zitten, waardoor RNA polymerase er niet bij Hierdoor kan één gen coderen voor lende eiwitten. sfzv ilbp sxhclrpr uxpqc hvgwys widu obvgr hnbvbu clkt qxaha